Zeeuwen en schaatsen
THEMAKRANT SPORT (editie 22, herfst 2024)
Zeeland kent van oudsher ijsclubs die recreatieve schaatswedstrijden organiseerden voor de eigen bevolking. Er was een kleine groep schaatsers die qua prestaties de eigen dorpsgrens oversteeg en zich graag wilde meten met andere goede rijders in de provincie of zelfs daarbuiten. Eigenlijk waren er drie soorten wedstrijden: lokale wedstrijden, het kampioenschap van een der eilanden en het kampioenschap van Zeeland.
IJsclub Middelburg kondigde voor woensdag 28 januari 1914 het Kampioenschap van Walcheren op de korte baan aan. Maar toen de dag daar was, was de dooi ingetreden en kon de wedstrijd geen doorgang vinden. Drie jaar later, zaterdag 30 januari 1917, werd niet het Kampioenschap van Walcheren maar van heel Zeeland verreden op de Vest in Middelburg. Er waren ongeveer 130 deelnemers, onder wie een flink aantal militairen uit Friesland die in verschillende Zeeuwse garnizoenen waren gelegerd. Winnaar was de rijder die de twee keer 160 meter het snelst aflegde: militair J. Oosterwoud uit het Friese Oud-Beets. Tweede werd M. Zwart uit Domburg en derde C.J. de Swart uit Zuidzande.
Lange baan
Pas op zaterdag 9 februari 1929 werd, onder auspiciën van de KNSB, het eerste Zeeuwse kampioenschap op de lange baan verreden op de Weel, de ijsbaan van de gelijknamige IJsclub uit Wolphaartsdijk. Winnaar werd de toenmalige topschaatser Siem Heiden uit IJsselmonde, nummer twee Kaan uit Bergen (NH) en derde J. P. Koning uit Princenhage. Geen Zeeuw bij de eerste drie, maar wel een paar Zeeuwse deelnemers die nog van zich zouden laten horen: de gebroeders Jaap (1908) en Jan (1926) de Jager uit Wolphaartsdijk
Schoonrijden
Op vrijdag 12 januari 1940 werd onder auspiciën van de KNSB voor het eerst het Zeeuwse Kampioenschap Schoonrijden op de Seissingel te Middelburg gehouden. De winnaars waren schoonrijders uit de Nederlandse top van buiten Zeeland. De Zeeuwse inbreng viel op omdat een aantal paren in Zeeuwse dracht deelnam
Na 1945
Het tweede provinciale Zeeuwse kampioenschap lange baan werd gehouden op de baan van de Heinkenszandse IJsvereniging op woensdag 3 maart 1947, 18 jaar na het eerste kampioenschap in 1929. Algemeen kampioen werd Jaap de Jager (inmiddels woonachtig in Kapelle), tweede was zijn broer Jan de Jager uit Wolphaartsdijk en derde Wisse uit Kamperland. Ook in 1950, 1954 en in 1961 werd Jaap de Jager Zeeuws kampioen. In 1956 werd Jan de Jager Zeeuws kampioen op de lange baan en zijn zoon Kees tweede. Jaap deed in 1956 niet mee. In 1962 werden de De Jagers onttroond door Cor de Kreek uit Rilland-Bath. Tweede werd toen Jaap de Roo uit Schore, een broer van de vermaarde wielrenner Jo de Roo. Derde werd toch nog Jaap de Jager, terwijl zijn oudere broer Jan nu negende werd. Zijn zoon Kees de Jager werd nu vierde.
Toertochten
Lange tochten waren niet mogelijk in Zeeland. Grote uitzondering is de door de Middelburgse IJsclub uitgeschreven Walcherse Dorpentocht van zaterdag 6 februari 1954 met maar liefst 800 deelnemers. De route voerde vanaf Middelburg naar Koudekerke, Meliskerke, Aagtekerke, Serooskerke, Veere en dan via de Veerse Wetering terug naar Middelburg, in totaal 45 km. Een tweede poging in 1956 strandde al snel op te veel sneeuw. Het ontbrak aan menskracht om de route sneeuwvrij te maken. Wel is er de bekende toertocht Sluis-Brugge-Sluis van de IJsclub Sluis, die sinds 1950 vele malen is gereden, maar die gaat slechts een kilometer over Zeeuws gebied en is eigenlijk meer een Vlaamse tocht, hoewel het vooral Nederlanders zijn die de tocht rijden en organiseren. In de eerste jaren (1950, 1954 en 1956) reden per dag slechts enkele tientallen de tocht, na 1963 werden dat er honderden en na 1985 soms duizenden.
Prestatietochten van enkele rondjes
Verschillende ijsclubs die hun ijsbaan hadden op een langere en ruime kreek organiseerden vanaf 1979 wel zogenaamde toer- of prestatietochten van rondjes van enkele kilometers. De ijsclub De Brug in Hulst hield op 26 februari 1986 op de kreek De Vogel een toertocht met 500 deelnemers en op 1 maart van dat jaar een toertocht op de kreek Groot Eiland met 1000 deelnemers. In de winter van 1996/1997 organiseerden verschillende ijsclubs prestatietochten en mini-Elfstedentochten, met als hoogtepunt een ware toertocht op zaterdag 10 januari 1997 op het Veerse Meer over afstanden van 10 tot 100 km.
IJsclub De Poel
IJsclub De Poel speelde een doorslaggevende rol bij het verder professionaliseren van de schaatssport in Zeeland. Al vanaf 1970 werden trainingsuitstapjes gemaakt met bussen naar Eindhoven en Den Haag. De Poel was ook de leidende ijsclub voor het organiseren van de jaarlijkse provinciale kampioenschappen op kunstijs.
Bekende Poelleden zijn Jaap Moelker (marathon, erelid), Johan Gijzel (marathon) en Arjaan van de Kreeke (topsprinter). Meer recent zijn het de gebroeders Erwin en Niels Mesu: Erwin won in 2015 de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee, zijn broer Niels herhaalde die prestatie in 2016.
foto boven: De herinneringsmedaille van de Dorpentocht Walcheren uit 1954.
bron: magazine Kouwe Drukte, een uitgave van Verzamelkring De Poolster, een groep van verzamelaars van alles wat op een of andere manier met schaatsen en winters ijsvermaak van doen heeft.
Geen reacties