Toneel
door Peter de Jonge
Eigenlijk is het wonder dat ik geen toneelspeler ben geworden. Mijn fotoalbum puilt uit van de foto’s waarop ik op het podium sta. Vanaf mijn jongste jeugd.
Ik herinner me nog hoe ik op de kleuterschool Kleine Pieter speelde uit het liedje De Mooiste Bloemen van Annie M.G. Schmidt. Een ventje dat met te weinig centjes bij het stalletje bloemetjes voor de jarige juffrouw wil kopen. ‘Kijk daar gaat-ie met zijn petje en zijn prachtige boeketje’.
Er zijn foto’s van mij als herder in een kerstspel, als mummie en als een mij verder onbekend historisch personage uit Bloed en Liefde van Godfried Bomans. Wat ik van dat stuk nog wel weet is dat er in geschermd moest worden en we les kregen van een heuse schermleraar. Alles ging goed. Tot de première. Het zwarte haar van mijn tegenstander was met een wit poeder grijs gemaakt. Daardoor steeg er na een forse zwiep van mijn sabel boven zijn hoofd een enorme stofwolk uit zijn haardos op. Van het lachsalvo dat eindeloos weerkaatste tegen de muren van de tot theater ongebouwde gymzaal had de 16-jarige Bomans bij het schrijven niet durven dromen.
Topstuk in mijn foto-album is echter de kerstengel. Met devoot gevouwen handen schrijd ik met een pruik en in een smetteloos witte jurk over het toneel. De Engel des Heeren die De Blijde Boodschap verkondigt. De jurk was geleend van een vriendinnetje, die er haar eerste heilige communie in had gedaan. De pruik was gemaakt van engelenhaar, dat als versiering in de kerstboom werd gebruikt en waarvan werd beweerd dat er minuscule glasdeeltjes in zaten, waardoor het zo mooi glinsterde. Maar waarvoor je ook handschoenen moest aantrekken bij het versieren en aftuigen van de boom omdat het zo erg prikte.
Maar het fraaiste vond ik toch die vleugels. Gemaakt door mijn ouders. Mijn moeder had ooit gewerkt op een atelier en was uiterst vaardig op de Singer naaimachine. Zo maakte ze ooit het T-shirt met het logo van de popart groep Het. En eerder, toen ik nog de voornemen had om op het seminarie de priesteropleiding te volgen, een met gouddraad afgezet kazuifel, een priestergewaad, waarmee ik thuis de eucharistieviering acteerde. Toch kon dat kledingstuk niet tippen aan de vleugels van de engel. Mijn vader had van ijzerdraad twee raamwerken gemaakt waarover moeder oude vitrage spande en ingenieus aan de jurk bevestigde. Het was een broze constructie, waardoor ik gesommeerd werd uiterst behoedzaam te lopen. En van vliegen was al helemaal geen sprake.
Foto: Peter als kerstengel die de Blijde Boodschap verkondigt. | foto privéarchief Peter de Jonge
Remco van Schellen van Omroep Zeeland maakte met Peter een podcast over toneelspelen en de kerstengel.
Geen reacties