Plaatjesalbums

door Willem Staat

Lezen! Ik was er dol op, al voor ik naar de lagere school ging.

En zo kwam het dat ik me stierlijk verveelde wanneer de juf het vak lezen aankondigde. Wanneer ze mij een beurt gaf had ik het dunne boekje over Miep en Joop al  uit en was ik weggedroomd. Dus had ik geen idee op welke bladzijde we waren beland.

Dat wegdromen was naar oorden, waar ik ooit hoopte te verblijven. Vooralsnog kwam ik zelden verder dan het eigen dorp, want zo was dat wanneer je in de jaren vijftig en zestig opgroeide in een arbeidersgezin.

In de wereld van toen ontbrak Internet en waren boeken nog heel gewoon. Ik was geboeid door atlassen. Zoals die van Nederland. In Limburg zag je plukjes paars. Dat was ‘löss’. Nog spannender waren de stukjes wit op de kaart. Dat waren de ‘woeste gronden’.

Ik was ook dol op plaatjesalbums. Bijvoorbeeld die van Hille over de Nederlandse provincies. Je moest van zijn beschuit zo’n beetje een jaar lang tegen de klippen op eten om alle plaatjes bij elkaar te krijgen, maar dan had je ook wat.  Wat te denken van  Zwerftochten door ons land: Gelderland. De voorplaat toonde drie berugzakte jonge mannen met pet die zich met flinke pas voortspoedden: de paden op de lanen in. Aan het landschap te zien passeerden ze een nogal ongecultiveerde streek: de woeste gronden!

In 1964 gingen we voor het eerst met vakantie. Een week in een huisje op de Utrechtse heuvelrug. Ome Jaap bracht ons weg met zijn vrachtauto. Mijn ouders zaten naast hem in de cabine, terwijl ik samen met mijn zus Lineke en broers Piet en Barend  achterin verbleef. Vanachter de laadklep zagen wij uit over het verkeer op de snelweg. Dat kon ongestraft want Arbowetten waren er nog niet.

Ik had me grondig voorbereid op de reis. Zo las ik het wondermooie boek ‘De schoonheid van ons land: Kastelen’ uit 1954. En natuurlijk ook het Utrechtse deel van de beschuitalbums. Zodoende kwam ik te weten dat vlakbij ons reisdoel kasteel Zuylestein moest pronken. Wat een mooi plaatje had Hille daarvan laten  maken!

Na aankomst stelde onze gastheer een ritje in de omgeving voor in zijn luxe auto. Op de vraag  wat ik zoal wilde zien antwoordde ik: ‘Kasteel Zuylestein’. ’s Mans gezicht betrok. ,,Ik moet je teleurstellen. Het is gebombardeerd in de oorlog. Maar het poortgebouw staat er nog.”

Zodoende bleef mijn beeld van het kasteel beperkt tot dat van het plaatje, Thuis zocht ik het verschijningsjaar op van het Utrechtse zwerftochten-boek. Dat verklaarde veel: 1931.

Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Willem had in ‘Zeeland wordt wakker’:

Geen reacties

Geef een reactie