
Onder de wapenen
THEMAKRANT COMMUNICATIE (editie 23, januari 2025)
door Roger Blaakman
Wie zijn militaire dienstplicht moest vervullen kreeg per brief een oproep. Het overkwam, net als alle dienstplichtige jongens, ook Roger Blaakman uit Nummer Een. Hij moest zich melden bij de Generaal Kromhoutkazerne in Tilburg.
Met het spoorboekje stippelden mijn ouders de reis uit.
Die begon bij de bushalte van Nummer Een, een gehucht bij Hoofdplaat, waar ik eerst bij de chauffeur een kaartje moest kopen. De bus had vertraging en de reden werd mondeling meegedeeld. Een losgebroken paard liep in de mist over de weg. Oh ja, en er was brand geweest bij de petroleumboer. Dat nieuws kreeg ik gratis.
Aangekomen in Breskens kocht ik bij het loket van de boat al een hard kartonnen treinkaartje. Voor de pont zelf hadden wij een boatkaerte met pasfoto. De behulpzame medewerker van de PSD vertelde dat ik in Roosendaal moest overstappen. In de salon van de veerboot zaten mensen gezellig met elkaar te praten of er werd een kaartje gelegd. Studenten van de kweekschool, die dat jaar pedagogische academie was gaan heten, namen het huiswerk met elkaar door. Ongestoord, want niemand werd gebeld of zat op een schermpje te kijken.
Kranten
In de trein lagen op de banken en in de bagagerekken volop kranten die uitgestapte reizigers op dit eindstation hadden achtergelaten. Ik las een van die kranten, anderen hadden een lees- of puzzelboek. Wie niets bij zich had keek naar buiten en liet het landschap aan zich voorbijtrekken. De dames die in Arnemuiden instapten spraken luid. Op zangerige toon werd de hele coupé op de hoogte gesteld van alles wat er in Erremuu gebeurde.
Bij het overstappen in Roosendaal kocht ik een koffie bij de koffieleurder op het perron en in Tilburg liep ik als eerste naar de telefooncel om, met de kwartjes die ik thuis al in mijn broekzak had gestopt, mijn ouders te bellen dat ik goed was aangekomen. Omdat ze niet opnamen, gaf ik het bericht door aan de buren. Hun nummer vond ik in een van de vele telefoonboeken, die vastzaten in een kantelbare houder.
Drie weken
Nadat de kazernepoort zich op 16 september 1968 achter mij sloot kon niemand mij meer bereiken. Ik stuurde nog wel een ansichtkaartje met een postzegel van 12 cent erop naar mijn ouders. Het enige levensteken. Na drie weken mocht ik voor het eerst met verlof en sprak ik ze weer in het echt.
foto: Roger Blaakman als soldaat.
Loek Deleij
Geplaatst op 21:03h, 24 maartZij die uit Zeeland kwamen mochten, iig bij de Willem I in Den Bosch, vrijdagmiddag om 12 uur op weekendverlof. Dit was al jaren zo, want ja je moest met den boat mee om Zeeland in te kunnen.
Nu was ik (een Brabants menneke) in augustus 1975 ”blijven plakken” aan een vakantieliefde die in Vlissingen woonde, een maand later moest ik ”opkomen” . Mij werd niet gegund dat ik eerder weg mocht naar mijn meisje, ik was en bleef die Brabander.
Jaren later zijn ” mijn vakantieliefde ” en ik getrouwd hebben kindjes gekregen, zijn heeeel veel later toen de kinderen groot waren gescheiden. Lang verhaal kort, ik woon nog steeds naar mijn zin in het wonderschone Vlissingen..