Misdienaar

door Peter de Jonge

Via een vriendje hoorde ik dat er een misdienaar werd gezocht. Voor kerkdiensten in de kapel van het Sint-Jozefziekenhuis in Vlissingen.

Gretig meldde ik me aan. Het was de tijd dat ik – gestimuleerd door mijn tante nonneke, Soeur Angelique van de Franciscanessen van Etten – er van droomde priester te worden.

De kapel werd elke doordeweekse ochtend om half zeven bezocht door de nonnen die in het hospitaal werkten als verpleegster. Patiënten heb ik er nooit gezien. Die kregen geestelijke bijstand aan bed van rector Kroon. Van hem kreeg ik een geplastificeerde kaart met de Latijnse gebeden die ik uit mijn hoofd moest kennen. Dominus Vobiscum. Et cum spiritu tuo. De Heer zij met u. En met uw geest.

De eucharistie (de mis dus, die wij moesten dienen) is een viering die bol stond van rituelen. Het spannendst vond ik de verkleedpartij. De zware zwarte toog met daarover de kraakheldere witte superplie, een met kant afgezet wijd linnen hemd tot op de knie. Zodra je die gewaden droeg voelde je je onderdeel van de heilige ceremonie, waarin je plechtige handelingen mocht verrichten zoals het aangeven van water en wijn aan de voorganger. Dat gebeurde voorafgaand aan de consecratie, het moment waarop de hostie en de wijn veranderden in het lichaam en bloed van Christus. Een gedaanteverandering die ik nooit met eigen ogen heb waargenomen.

Ook de wierook en het wierookvat en het emmertje wijwater met de bijbehorende kwast hoorden tot de exotische attributen, die de misdienaar mocht aanreiken. Nog altijd breng ik de geur van de wierookwolken die uit de openingen van het wierookvat opstegen in verband met hoogmissen op de feestdagen, net als de druppels wijwater die over de kerkgangers werden uit gesprenkeld als een lenteregentje.

Het geloof is inmiddels uitgedoofd tot een smeulende hoopje. Maar nog altijd kan het schamele overblijfsel van Het Enige Ware Geloof, zoals Rooms-Katholieken zich zagen, opflakkeren als ik de Gregoriaanse klanken hoor of de geur opsnuif van een brandende kaars. Dan loop ik in gedachten weer even statig en met gevouwen handen langs de krakende houten banken door het middenpad naar het altaar van de kapel in het Sint-Jozefziekenhuis.

Foto boven: Peter (tweede van rechts) als misdienaar.

Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Peter had in Zeeland Wordt Wakker:

21 reacties
  • Frans Verbrugge
    Geplaatst op 07:04h, 17 december Beantwoorden

    En zo heeft een ieder die misdienaar of acoliet is wel ergens zijn herinnering van.
    Als toen jongetje van amper negen jaar werd ik misdienaar, mijn eerste indruk was de typische geur in de sacristie onder meer van enkele ongewassen amicten daar de pastoorsmeid maar een paar keer per week de liturgische was deed.
    Als misdienaar of acoliet droeg je een wit overhemd met opstaande kraag onder een toog met een hele rij knoopjes met daaroverheen de superplie.
    Al de tijd als misdienaar en later acoliet mocht ik met veel vreugde doen waar ik altijd nog met plezier aan terugdenk.

Geef een reactie