Krukels en olienoten
door Mieke van der Jagt
In mijn herinnering leefden wij ‘s zomers, als we in Borssele logeerden, van uitsluitend krukels en olienoten. Natuurlijk, ik ken de verhalen van mijn ouders; dat we bij mijn tante elke dag sla met beutersaus en een ei aten, maar daar heb ik geen enkele herinnering aan.
Wat me nog levendig voor de geest staat, is dat de zak met olienoten open ging zodra we ons plekje aan de Kaloot hadden gevonden. Dat plekje hing van het weer af. Bij hitte op het natte zand en dan steeds een stuk opschuiven voor de vloed uit. Soms groeven we een kuil, alsof we Duitsers waren, maar heel vaak kropen we ook met z’n allen in een duinpan of gewoon bovenop een duintje.
Zoals gezegd kwamen dan de olienoten tevoorschijn, die mijn vader had gekocht bij iemand die ze zelf brandde. Een keer hadden we per ongeluk ongebrande en die waren groen en smaakloos. Meestal waren ze heerlijk. Met lekkere rode velletjes en pellen die overdwars in tweeën kraakten. Olienoten aten we alleen op het strand. Thuis aten ze nog weleens pinda’s als er mensen kwamen kaarten. Tussen pinda’s en olienoten ligt voor mij, nu nog steeds, een wereld van verschil.
De tijd van krukels rapen (of plukken) lag natuurlijk aan het tij. Daarvoor werd soms een almanak opengeslagen maar meestal wisten we het wel zo ongeveer. We zaten immers elke dag, weer of geen weer, op het strand. Als het laag water was, spoelden er aan de Kaloot meestal blubberbankjes bloot, zodat zwemmen er toch niet echt inzat. Voor de krukels kwam dat dus goed uit.
Uit de schuur van mijn tante namen we jute aardappelzakjes mee en gewapend met plastic schoenen betraden we de gepokte stenen, Vilvoirdse zandsteen en basalt, van de Noordnol. Daar zaten de krukels aan de onderste paaltjes. Anders dan bij bramen of bosbessen plukken, begon niemand tijdens de oogst aan de oogst, dus alles kwam in je zak terecht: allemaal kleine beetjes.
’s Avonds begon dan het hoogtepunt van de dag, niet in de laatste plaats omdat wij kinderen mochten opblijven totdat de zinken emmer waarin de krukels op een petroleumstel gekookt waren, helemaal leeg was. We kregen een ‘spelletje’ en wurmden de beestjes uit hun aanvankelijk gloeiend hete schelpjes.
Ik vind het nog steeds jammer dat er op een boxje geen flitser zat. Dan hadden misschien een foto gehad van een man of veertien die achter het huis van mijn andere tante gezellig zitten te smikkelen.
Foto: Een foto van de olienoten heb ik wel. Waarschijnlijk zijn alle anderen het pellen al beu, maar ik ben nog bezig. | foto privéarchief Mieke van der Jagt
Remco van Schellen van Omroep Zeeland sprak met Mieke over haar strandherinneringen:
Geen reacties