Jarig
door Margreeth Ernens-Abrahamse
Onlangs was ik jarig. Hoewel geen kroonjaar had de verjaardag wel een bijzonder tintje: vanaf nu mag ook ik gaan ‘trekken van Vadertje Drees’.
De dag zelf liet ik maar over me heen komen. Het is mij genoeg dat vrienden en familie laten weten dat ze aan me denken. Dat doen ze door langs te komen, via kaartjes, WhatsApp-berichtjes of iets te schrijven op de tijdlijn van mijn Facebook. Mijn zoon versierde traditiegetrouw de huiskamer en met een handgeschreven kaart toont hij dat hij veel om me geeft. Een mooier cadeau kun je een moeder niet schenken.
Als kind ging het me er vooral om wat ik zou krijgen. Lang voor de Grote Dag lag ik er al wakker van. De spanning liep op naarmate mijn verjaardag dichterbij kwam. Kaartjes, appjes en Facebook kwamen er niet aan te pas. De dag begon met een feestelijk ontbijt, waarbij mijn ouders en broers en zus me toezongen. Daarna kreeg ik dan mijn cadeautjes die ik vol spanning uitpakte.
Mijn tiende verjaardag werd bijzonder door mijn cadeautjes: ik kreeg een echte poppenkast van mijn ouders en blijkbaar zaten een heleboel mensen in het complot, want iedereen gaf mij een handpop, zodat ik ook iets kon dóen met de poppenkast.
Daarna ging ik – gekleed in mijn zondagse jurk – met broer Rienk naar school. Mijn moeder had een speciale traktatie verzonnen: kauwgomballen in plastic staven. Het zag er heel leuk uit, maar toen ik de klas rond mocht om iedereen er een te geven, kregen we de kleurige ballen er met geen mogelijkheid uit. De meester moest er aan te pas komen en hij zette zonder pardon de schaar in de plastic staven. Inmiddels vond hij dat er al veel te veel tijd met die traktatie verloren was gegaan en hij stuurde me met mijn vriendinnetje op verjaardagsronde langs de andere klassen. Toen we terugkwamen bleek dat hij de klas zelf maar had voorzien van de kauwgomballen. Dat was toch wel een domper dat ik niet zelf had mogen trakteren.
De volgende woensdagmiddag mochten er vijf vriendjes en vriendinnetjes mee naar mijn huis om feest te vieren. Ook mijn zus en drie broers mochten een klasgenootje meenemen, dus zouden er veertien kinderen zijn. Het feestprogramma hield in dat we allemaal creatief aan het werk werden gezet. Op grote vellen papier mocht iedereen een decor voor in de poppenkast schilderen. Met al die schilderende kinderen zag onze huiskamer er al gauw uit als een rommelig atelier. Natuurlijk werd er ook met de poppenkast gespeeld en we hadden de grootste lol bij het bedenken van verhaaltjes bij de verschillende decors. Wat spelletjes en frietjes met ijs toe besloten mijn verjaardagsfeestje.
Het was al snel bekend op school dat ik in het bezit was van een poppenkast met bijbehorende poppen. Regelmatig werd er gevraagd of ik voor de kleintjes een voorstelling wilde geven. Nu had ik geen gebrek aan fantasie en ook toen al schreef ik graag verhaaltjes, dus optreden – vaak samen met broer Rienk of mijn vriendinnetje – was altijd een succes, want de kinderen lachten zich een breuk.
De poppenkast staat nog steeds in een hoekje op zolder. Jan Klaasen, Katrijn, de politieagent en de andere poppen moeten ook nog ergens in een doos liggen. Als ik de kast zie staan, moet ik altijd denken aan het gelach van mijn publiek. Het bewijst maar dat je met een beetje fantasie anderen, maar ook jezelf, al gauw een goed gevoel kunt geven.
foto: De spanning stijgt als het doek nog voor het decor hangt… en als het gordijn wordt opgetrokken is het altijd een verrassing wie er het toneel betreedt! | foto Margreeth Ernens
Geen reacties