Het gebreide jak
THEMAKRANT KLEDERDRACHT (editie 19, DECEMBER 2023)
tekst en foto: Stichting Zeeuwse Visserstruien
Een alledaags, maar zeer intrigerend kledingstuk. Zo kun je het jak dat door de Walcherse vrouwen gedragen werd wel noemen. Het zwarte, strakke jasje met korte mouwtjes en lage hals ziet er bedrieglijk eenvoudig uit.
Maar als je het goed bekijkt ontdek je dat het een kledingstuk is dat op een zeer complexe manier in elkaar gevouwen en genaaid is. Geen wonder dat de meeste vrouwen hun jak vroeger door een ervaren ‘jakkennaaister’ lieten naaien.
Plooien
We hebben het zelf ook wel eens geprobeerd, een jak naaien. Het Zeeuws Museum gaf een workshop die we met veel interesse volgden. Wat vooral opvalt – en wat zo lastig om is te naaien – zijn de plooien die in de stof worden gevouwen om de goede maat te krijgen: plooitjes op de rug, in de zijnaden en grote plooien in het lijfje zelf. Een jak hoort namelijk strak te zitten en precies ‘pas’!
In één van de vele depots ontdekken we tussen het breigoed een ‘gebreíd’ jak. In eerste instantie valt het niet eens zo op: we zien het zwarte, dicht gebreide jak met stoffen randen aan de binnenkant, bijna over het hoofd. We verwonderen ons over het feit dat er blijkbaar iemand is geweest die óóit de moeite heeft genomen om een stoffen jak na te breien in wol.
Tekort aan stof
Wat zou daarvoor de reden geweest zijn? We vermoeden dat het te maken kan hebben met een tekort aan geschikte stof. Het is bekend dat er in de oorlogsjaren – tijdens de inundatie van Walcheren – een tekort was aan alles, dus ook aan de juiste stoffen om verloren gegane kledingstukken te vervangen. Waarom zou men niet in tijden van schaarste een jak nabreien met bijvoorbeeld uitgehaalde sokkenwol? Dat klinkt logisch…
Totdat we het gebreide jak laten zien tijdens een presentatie. Op de eerste rij zit Jo. Bij ons verhaal over het gebreide jak – en onze vraag aan het publiek of iemand enig idee heeft waaróm er blijkbaar ook jakken gebreid werden – reageert ze enthousiast: ,,Ik heb er ook, en ik weet waarom dat was!’’ Een afspraak met Jo is dan snel gemaakt. Als we bij Jo op bezoek zijn haalt ze uit een doos niet één, maar zelfs twee gebreide jakken tevoorschijn. Ze zijn door haar moeder Bè zelf gebreid. ,,Het duurde een hele stuit voordat moeder had uitgevonden hoe het moest, maar op een duur had ze het uitgepuzzeld en hád ze het!’’
Het eerste jak dat Bè breit om het uit te proberen is een kinderjakje, in een meisjesmaat. ,,Toen ze eenmaal wist hoe ze het moest doen breide ze ook het grotere damesjak’’
Rekbaar
Jo laat haar kleindochter het kleine jakje wel eens dragen. Want deze gebreide jakken passen altijd! Dát is ook de reden dat er jakken gebreid werden: een gebreid jak rekt aan alle kanten mee met de draagster. Bè kleedde vroeger vaak ‘meisen’ aan, en dan was zo’n rekbaar jak reuze handig. Maar ook voor meisjes die in de pubertijd kwamen was zo’n jak een uitkomst: zij konden een gebreid jak veel langer blijven dragen dan een jak van stof. Voor veel arme gezinnen was het opnieuw aanschaffen of laten vermaken van een jak, omdat de draagster snel groeide, financieel geen optie. Een gebreid jak bood dan uitkomst.
Het jak hebben we nagebreid, maar het is ons nog niet gelukt om een patroon te ontwikkelen dat voor ieder, met een beetje kennis van breien, goed te volgen is. Daarom moeten we het wat dit bijzondere, en weinig bewaarde kledingstuk betreft, doen met de verhalen.
Geen reacties