Bleekneusje te gast
door Ans van Nieuwenhuijze
Twee zomervakanties achter elkaar logeerde Tjitse bij ons in Brouwershaven.
Het was eind jaren vijftig en het was in die tijd nogal eens gebruik dat je bij familie elders in het land ging logeren. Maar Tjitse was geen familie van ons. Hij woonde in hartje Rotterdam. Hij was één van de kinderen die via een vakantieprogramma werd uitgezonden naar het platteland. Het initiatief daartoe stamt al uit het eind van de negentiende eeuw. Toen ging het om zieke kinderen met bijvoorbeeld tuberculose. Tjitse was gezond en kwam uit een groot gezin dat het niet breed had.
De logeerpartijen duurden een aantal weken. Hoeveel precies weet ik niet. Als kind sloeg ik zulk soort weetjes niet op.
Tjitse speelde niet alleen met mijn oudere broer Adri en mij. Hij maakte ook zonder ons vriendjes in de smalstad. Met het gezin gingen we ook wel dagjes uit.
Zo herinner ik mij dat we Miniatuur Walcheren in Middelburg bezochten, wat niet alleen voor hem maar ook voor Adri en mij een leuk uitstapje was.
Mijn jongere broer Han – hij was toen een jaar of twee – was geen partij voor Tjitse. Wel heeft onze logé een speciale rol in zijn voortbestaan gespeeld.
Ik had een grote prop kauwgum en die had ik even weggelegd om later weer verder te kauwen. Blijkbaar had ik geen goed plekje uitgekozen, want Han had die prop in zijn mond gestopt en dreigde daarin te stikken. Tjitse trad kordaat op door zijn wijsvinger achter de prop te krijgen en daarna was het leed geleden. Ik kreeg wel een standje voor mijn nonchalance.
Tjitse was een goede eter en in die vakanties kreeg hij er steeds een paar kilootjes bij. Met één ding kon mijn moeder hem geen plezier doen en dat was botersaus, dat we nogal eens kregen bij kabeljauw.
Hij kwam tegen etenstijd thuis en zag dat mijn moeder die saus aan het maken was. Hij dacht dat hij buiten gehoorsafstand was, maar mijn moeder ving op: ‘Bah, alweer die rotsaus’.
Foto: (vlnr) ikzelf, Peter (de half Tiroolse/half Brouwse kleinzoon van de buren), Adri en Tjitse. | foto familiearchief Ans van Nieuwenhuijze
Cobi de Lange- van der Wiele
Geplaatst op 16:13h, 10 oktoberOok wij hadden een paar zomers een logeetje uit Rotterdam.
Dat ging bij ons in Goes via de kerk.
Onze ouders konden zich opgeven voor een jongen of een meisje . Eerst kregen we Freddy , het jaar erna kregen we Anneke.
Het was leuk en beviel goed.
Het was in 1956 en 1957 .
Het was de bedoeling dat ze een gezellig gezinsleven meemaakten en goed te eten kregen.
Na 2 weken gingen ze weer terug naar Rotterdam met de speciale bus die hen ook gebracht had.