De Vlissingse kermis
Remco van Schellen van Omroep Zeeland maakte een interview met Peter Lenting uit Middelburg, een kermisliefhebber pur sang. Hij weet nog hoe hij zich voelde als de kermis in Middelburg voorbij was. Tegenwoordig gaat Peter naar meerdere kermissen per dag.
door Frans van de Velde
Het zal rond 1965 zijn geweest. Een mooie zwart-wit-foto toont de kermis op de Nieuwendijk in Vlissingen, maker van de foto onbekend. De mannen links op de voorgrond netjes in pak, de stropdas keurig op het witte overhemd. Kermis was een uitje, dus je was netjes gekleed.
Mijn lol op de kermis was meer kijken dan doen en dat had natuurlijk ook met geld te maken. De rupsbaan, achteraan op de foto, was best wel duur en het dakje van het op en neer ronddraaiende treintje dat dan enkele ronden dichtklapte was zeker spannend. Maar minder dan wat oudere jongens met het meisje naast zich volgens de verhalen zouden meemaken.
Aan de ‘cake-walk’ gaf ik wel wat zakgeld uit. Hij zat uitgekiend in elkaar en was leuk om te doen. Je moest een beetje behendig zijn. Er ging ook geld in de kleine hijskraantjes, waarmee je de mooiste dingen uit een grindbakje kon halen. Had je eens beet dan bleek het een prul te zijn. Gelukkig ging ons gezin altijd een rondje kermis doen, met poffertjes eten, wat snoepgoed en natuurlijk op papa’s kosten leuke dingen doen.
Was ik met vriendjes of gewoon alleen, dan stond ik lekker te kijken. Vooral bij de botsautootjes, op de foto de open attractie links, vermoed ik. Je bent een jongen of niet. Stoere kerels reden hele tijden nonchalant achteruit zonder opdonders van anderen te krijgen. Zat naast een man een aantrekkelijk jongedame dan waren die wel een duidelijk doelwit.
Het was kijken én luisteren. De popmuziek deed zijn intrede en vooral de Stones waren op de kermis mijn favoriet. Omdat die altijd in de zomervakantie viel probeerde ik thuis toestemming te krijgen ’s avonds wat langer dan normaal weg te blijven. De muziek stond dan lekker hard en ik genoot er van, zo op mijn eentje.
Dit jaar keert de kermis terug naar Nieuwendijk, Bellamypark en omgeving. De high-tech gevaartes van attracties kunnen me niet boeien, de muziek is een teringherrie en het Vlissingse horecagebied is bijna twee weken ontoegankelijk. Jammer.
Terug naar de foto. Op het grote gebouw op de Boulevard staat, klassiek gespeld: CAFE-RESTAURANT NOORD-ZEE-BOULEVARD HOTEL. Het vulde het prachtige eindpunt van Boulevard de Ruiter en het hotel had echt grandeur. Vanaf het dak heeft fotograaf C. Dert zijn beroemde foto gemaakt van het over de keermuur slaande zeewater op de boule en het Keizersbolwerk. Oerzonde dat het Belgische loodswezen na de teloorgang en sloop van het hotel een kleurloos, afgesloten gebouw heeft mogen neerzetten. Alsof ze een stukje verder op de boulevard niet al eerder een foeilelijk bouwsel hadden gerealiseerd . . . Dat het veel beter kon en nog steeds kan bewijst de Belgische Loodsensociëteit rechts naast Noordzeeboulevard. Met zijn mooie terras en zicht op de brede vaarweg in de Scheldemonding voorziet het in een grote behoefte en het is de enige horecavoorziening die 24 uur per dag is geopend. Dit alles weer dankzij die Belgische loodsen!
Rechtsachter de Rupsbaan op de foto staat op het Beursplein nog een hotel: Maldegem. Uiteraard ook met café en vooral een ruime vergaderzaal. Daar zijn veel ledenvergaderingen van verenigingen en clubs gehouden, tot in de jaren 80 en ongeacht de onderwerpen en daaraan gepaarde sfeer immer in een grote blauwe wolk van sigaretten, sigaren en pijpenrook. Je overleefde het maar net. Het grote Chinees-Indische restaurant onderin is inmiddels gestopt maar het is nog steeds een hotel.
Noordzeeboulevard is weliswaar verdwenen, op het Beursplein, Bellamypark en Nieuwendijk is een keur aan horecazaken actief die de bewoners, de dagjesmensen en de toenemende hoeveelheid B&B- en hotelgasten een variatie aan eterijen en drinkerijen biedt. Rond 1965 bestond het aanbod in heel Vlissingen en ook in het centrum voornamelijk uit heel veel cafés, die allemaal hun eigen sfeer en vooral hun eigen klanten hadden. Vlissingen is in die zestig jaar drastisch veranderd en dat is maar goed ook!
Foto: De kermis in Vlissingen halverwege de jaren zestig. | foto maker onbekend
Simon de Paauw
Geplaatst op 12:40h, 17 maartDe T’neuzense kerremesse
“Trek aan de hendel, jongeman!”, schalde uit de luidsprekers. De man van de “vliegtuigjes-attractie” herhaalde deze woorden nog een paar keer. Ik keek blij om me heen, blij dat ik een vliegtuigje bemachtigd had. Zelfs een grote jongen opzij geduwd en snel erin gesprongen. Klaar voor de start, daar ging ie dan. Woensdagmiddag, 14 september 1966, samen met Mam en Frankie naar de kerremesse op de T’neuzense markt. Op de Kersstraat, ter hoogte van kledingzaak Boerbooms, een familieportret en op naar de markt. Tegenover boekhandel van Aken stonden de vliegtuigjes. Een goed alternatief voor de botsauto’s. Want daar was ik nog te klein voor.
Ik keek om me heen en iedereen vloog met zijn of haar vliegtuigje de lucht in. Die van mij draaide alleen maar rondjes, niks omhoog. Kreeg al spijt dat ik die grote jongen weggeduwd had. Die had toch nog een leeg vliegtuigje gevonden en ging omhoog en omlaag als een vogel. En ik? In een kapot vliegtuigje gestapt. “Jongeman, met je witte haar, trek aan de hendel!” Hoorde ik weer die man door de speakers. “Héé, wittekop, die hendel tussen je benen. Trek eraan!!” Met het schaamrood op mijn kaken trok ik aan MIJN hendel. Toen ik uitstapte zei mam: “kon je je hendel niet vinden?” Mijn gevatte antwoorden kwamen pas vele jaren later. Ik kon alleen maar antwoorden met: ”laten we maar naar de botsauto’s gaan kijken.”