De politie reed met een megafoon door Vlissingen

THEMAKRANT VAKANTIE (editie 21, ZOMER 2024)

 

door Margreeth Ernens

Je bent op vakantie en het internet bestaat nog niet. Waar ga je dan naar toe om iets te weten te komen over de omgeving? De VVV natuurlijk.

Truus Sepers (74) uit Vlissingen werkte van 1966 tot 1968 bij de VVV in Vlissingen, eerst op het kantoor aan de Coosje Buskensstraat, later op het kantoor van de VVV bij het reisbureau van Van Fraassen aan de Paul Krugerstraat. En Truus stond alle toeristen te woord.

Nét van de mulo begon ze aan haar carrière als informatrice. ,,Toeristen kwamen naar Zeeland zonder dat ze een slaapplek hadden. En dan stapten ze bij ons binnen. Wij hadden ruim 300 adressen van mensen die aan slaapkamerverhuur deden. Die belden we dan of ze nog plek hadden voor logies met ontbijt.’’ Er werd ook doorverwezen naar hotels, pensions en campings. ,,We hadden voor alles gidsjes. Als Vlissingen vol zat, verwezen we door naar de dorpen, die hadden ook allemaal een VVV-tje. Toen werd er weinig van te voren geboekt.’’

In het hoogseizoen waren de zaterdagen lang: van 9 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds. Truus baalde daarvan want dan kon ze pas laat met haar vriendinnen afspreken. ,,Het liep soms de spuigaten uit. Zoals die keer dat er een bus vol mensen uit Duitsland arriveerde. De directeur was vergeten dat te regelen en we konden de mensen niet meer kwijt. Alle verhuuradressen waren bezet en hotels en pensions zaten vol. De politie is toen door Vlissingen gaan rijden met een megafoon. Ze vroegen zo wie er nog plaats had. Iedereen is toch nog ondergebracht, maar het werd wel een latertje.’’

Etiquette-les

Truus volgde cursussen voor informatrice bij de Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer, de overkoepelende organisatie van de VVV. ,,We kregen  etiquette-les en het was verplicht om een naaisetje bij je te hebben, mocht je eens een knoop verliezen. We moesten ook altijd een extra panty bij ons hebben.’’ Later volgde ze nog een LOI-cursus voor toeristisch informatrice. ,,Dat was ’s avonds en dat moest je allemaal zelf betalen. Ik heb nog gevraagd of de baas wilde bijspringen, maar hij zei dat mijn werk een soort erebaantje was en dat ik daar blij mee moest zijn.’’

Inspectie

’s Winters was er minder te doen en dan moest Truus op inspectie langs hotels en pensions. ,,Als snotneus van zestien, zeventien jaar vond ik dat nogal wat, maar ja, we moesten wel weten wáár we de mensen naar toe stuurden. Meestal kreeg je koffie als je kwam, soms werd er een cognacje aangeboden om me te paaien. Dat heb ik dus maar niet genomen, maar zij dachten dat dat goed voor de verhuur was.’’

De VVV verkocht toen ook treinkaartjes, tickets voor rondvaarten met de Barracuda om te gaan vissen en kaarten voor rondleidingen in Fort Rammekens. ,,Mensen kwamen vragen wat er zoal te doen was, musea, stad bekijken, plattegrondjes halen. We verkochten voor Van Fraassen ook dagtripjes en reizen naar het buitenland. In die tijd ging alles nog gewoon met de post, dus ik heb wel eens ’s avonds tickets moeten bezorgen, want die mensen zouden de volgende dag vertrekken.’’

,,Als je iemand had geholpen en ze vroegen wat het kostte, zei ik dat het gratis was. Eigenlijk moest ik dan vragen of ze iets in de pot op de balie wilden doen, maar dat deed ik niet, ik wilde niet schooien. Je was immers dienstverlener.’’

Foto: Truus op kantoor in 1967. | foto archief Truus Sepers

Geen reacties

Geef een reactie