De oorlogsjaren van Louis Cloet

Oud-zeeloods Louis Cloet herinnert zich de oorlogsjaren nog levendig.

Hij werd op 26 april 1929 geboren in de Scheldestraat in Vlissingen, in een huis waar jarenlang een motorfiets in de woonkamer stond te pronken. Hij haalt herinneringen aan die tijd op naar aanleiding van Zeeuws Weerzien nummer vier (september 2019) over De Slag om de Schelde.

Gezicht op het Keizersbolwerk met een schip op de rede van Vlissingen bij storm. (1925-1935). foto: Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata

De vader van Louis was de Belgische Chefloods in Vlissingen. In 1930 verhuisde het gezin Cloet van Vlissingen naar Terneuzen, want het wissel-station Vlissingen werd opgeheven en de Belgische villa’s aan de Spuistraat waren al verkocht. De Belgische zeilkotters kregen dus een nieuwe thuishaven in Terneuzen. In 1935 kreeg de moeder van Louis kanker en in die tijd was je dan ten dode opgeschreven. Na een lang ziekbed overleed ze in 1939. Vader Cloet wilde na een paar jaar in Terneuzen weer rivierloods worden, want als Chefloods ontving hij een hongerloontje, er waren geen buitenlandse vergoedingen en het leven was erg duur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er goed verdiend aan de neutraliteit, maar in 1940 liep dat allemaal anders: na het bombardement op Rotterdam brak de Tweede Wereldoorlog uit.

Duinkerke

Vader Cloet moest het land verlaten om te voorkomen dat hij te werk werd gesteld voor de Duitsers. Hij en  zijn zijn collega-loodsen moesten zich verzamelen in Duinkerke en zouden per binnenschip verder Frankrijk intrekken. Vader Cloet vond dat echter een hachelijke onderneming en nam een taxi naar Oostende, waar zijn zuster woonde. Hij besloot met een vissersschip naar Engeland te gaan. Drie broers van vader Cloet lagen op de Duinkerker rede, die konden niet binnenlopen want de Duitsers hadden magnetische mijnen in de Pas van Duinkerke gelegd, helemaal tot het Duyckvuurschip. Die weg was afgesneden voor hen. Louis maakte dus de evacuatie van Duinkerke mee: een hele vloot oorlogs- en vrachtschepen en boten die konden varen – particuliere plezierjachten inbegrepen – kwam hen ophalen vanuit Engeland (Operatie Dyname, red). Hij zag hoe de militairen van de British Expeditionary Force (BEF) tot hun middel in het water liepen, hun enfieldgun boven het hoofd houdend om te voorkomen dat er zeewater in kwam. Zo werd menig soldaat het leven gered. Alle jachten en motorboten hebben later op de Theems een parade gehouden voor de Britse koningin Elisabeth II.

Naar school

Het gezin Cloet kreeg in Engeland een leegstaand huis toegewezen en Louis moest naar school onder de Gasworks in de haven van Swansea. Achteraf is hij heel blij dat er toen geen bom is gevallen op de Gasworks, hij zou geen schijn van kans hebben gehad. Maar Swansea werd wél gebombardeerd en dus werd Louis op transport gesteld naar Yorkshire, Ravensthorpe nabij Dewsbury in de West-Riding. Na een toelatingsexamen mocht Louis naar de Dewsbury Wheelwright Grammarschool, waar hij drie jaar onderwijs volgde. Vader Cloet vond inmiddels dat de oorlog veel te lang duurde en vreesde dat Louis achter zou raken met de Nederlandse en Franse taal. Hoewel Louis graag de Grammarschool wilde afmaken, stuurde zijn vader hem daarom naar de Belgian College in Buxton, een internaat. Louis mocht maar om de drie maanden naar huis. De leraren waren allen Walen, en als zij het niet konden zeggen in het Nederlands, spraken ze Engels, een opluchting voor iedereen.

Drie maanden voor het einde van de oorlog stierf vader Cloet tijdens zijn dienst in Cardiff (Wales). Hij werd bijgezet in Londen, om later gerepatrieerd te kunnen worden. Louis werd in juli 1945 gerepatrieerd met de Lady of Man, een ferry die op Oostende voer.

De familie Cloet ging wonen in Gent. Toen zijn vader zou worden herbegraven in Belgische bodem, heeft Louis in het station Gent-St Pieters het koper van de kist nog opgepoetst, omdat het tijdens de reis vanuit Engeland al was aangetast.

Studeren

Een jeugdvriend van de vader van Louis, een Nieuwpoortenaar, was directeur van het College-Melle. Louis vroeg hem om boeken wiskunde, physica en ‘nog een paar vervelende vakken’, want hij wilde dag en dacht studeren om te slagen voor het toelatingsexamen van de Hogere Zeevaartschool in Vlissingen.

Er waren 120 kandidaten en na het schriftelijk examen moest drie dagen worden gewacht op de uitslag. Louis, slechts 16 jaar oud, was erbij. Daarna kwam de echte studie, die gepeperd bleek, maar hij behaalde zijn diploma. Meteen ging hij naar zee als aspirant-luitenant. Om niet in militaire dienst te hoeven, moest hij zes jaar varen. Toen hij een reis verlof nam, ging hij in Oostende kijken of ze er misschien leerling-loodsen nodig hadden. Drie dagen later was hij aangesteld als tweede luitenant op de veerdienst Oostende-Dover met de belofte op zak dat hij loods mocht worden.

foto boven: De Britten verlaten Duinkerke. foto Frank Capra, Wikipedia

Geen reacties

Geef een reactie