De asbak
door Willem Staat
Nee, niemand vond het gek dat het hoofd der school ons in de zesde klas opdroeg om een asbak te maken voor het vak handenarbeid.
Het was nog gewoon dat onderwijzers voor de klas aan een pijp lurkten of van een sigaret genoten. Ik ruik nog die prikkelende geur van de Virginiatabak die zij opstookten. En de weeë reuk van de Clan pijptabak van een leraar op de middelbare school. Wat was het fijn wanneer je even de klas uit mocht om bij de sigarenboer om de hoek verse rookwaar te halen voor de meester.
Het was dus heel normaal dat wij op school een asbak moesten maken en bovendien heel nuttig. Het rookartikel was namelijk bedoeld als geschenk voor Vaderdag. Bovendien leerde je om hout te bewerken met behulp van een guts.
Het eerst doel sorteerde het gewenste effect. Mijn vader was een verwoed roker zodat de asbak dankbaar werd aanvaard. Het tweede doel, ervaren worden in het edele gutswerk, bereikte ik slechts met de hakken over de sloot. Door mijn geringe talent kostte het me zeker drie maanden om het ellendige blok hout op mijn bankje te veranderen in het gewenste Vaderdag-artikel, hoe nijver ik ook in de weer was. Bovendien beitelde ik niet alleen aan die asbak, maar gutste het van het bloed wanneer ik uitschoot naar mijn linkerhand.
Hoewel ze nu vrijwel uit de openbare ruimte zijn verbannen, speelde de asbak nog niet eens zo lang geleden een grote rol. Legendarisch zijn de rooksalons op de prinsessenboten van de PSD. Vanaf circa windkracht zeven begonnen de asbakken over de tafels heen en weer te schuiven. Van die metalen gevaartes die een beetje leken op de gekartelde papiertjes onder een gebakje.
Tsja. De asbak vervulde vroeger maatschappelijk een grote rol. Dat was ook zo tijdens vergaderingen. Zo was ik als jong verslaggever aanwezig in het Wapen van Oostkapelle waar het Waterschap Walcheren een districtsvergadering had belegd. Bij aanvang bleek dat er geen voorzittershamer voorhanden was. Geen nood! Dijkgraaf Joan Lantsheer aarzelde geen moment, greep de asbak die voor hem stond en sloeg het ding met een daverende klap op zijn tafeltje, ten teken dat de bijeenkomst voor geopend.
Halfweg de jaren tachtig kwam de klad in het openbaar toegestane roken. Toen mocht je tijdens de vergaderingen van de Middelburgse gemeenteraad ineens pas na de pauze roken. Daarna ging het zeer snel bergafwaarts. De tevreden roker die volgens een oud gezegde geen onruststoker was, werd allengs een paria bij wie je beter uit de buurt kunt blijven. En de handenarbeid-asbak is rijp voor het museum.
Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Willem had in ‘Zeeland wordt wakker’:
Geen reacties