De arme Jozef verloor zijn hoofd

THEMAKRANT SCHOOL (editie 14, SEPTEMBER 2022)

 

door Jan van Damme

De schoolbel heeft geklonken. Na een lange, straffe zomer staan de tafels en stoelen afgesopt in slagorde en blinken de schoolborden. We beginnen deze Zeeuws Weerzien met een schone lei. En halen herinneringen op aan de tijd toen een (i)Pad nog een wat sloom uitgevallen kikker was.

Vakantie was oogsttijd. De witte oogst, zei mijn vader altijd. We haalden het stro op bij boeren in West-Zeeuws-Vlaanderen, van Nieuwe Sluis tot aan het Sluisse Veer, van Stroopuit tot voorbij het beruchte kruispunt Potjes. Hoogzomer stapte ik rond tussen de stoppels van gerst en tarwe. Stropersen produceerden balen stro van zo’n vijftien tot vijfentwintig kilo. Ik mocht als benjamin van het werkvolk die balen op een mooie rij leggen zodat ze makkelijk met de strolader – een soort roltrap met weerhaken eraan – op de vrachtwagen konden worden geladen.

Stofgeur

Dat was mijn vakantie. Alleen al de stofgeur van een op de akker actieve combine opent een heel plaatjesboek in mijn hoofd. Vaak klonk de bel van het nieuwe schooljaar als nog lang niet alle stropercelen waren leeggehaald. Dan schoof ik in de schoolbankjes aan met verdwaalde tarwearen in mijn haar.

Het begin van zo’n nieuw en beloftevol jaar had wel wat. In grote lijnen wist je wat er ging komen. Op het Sint Jozefschooltje van Groede zaten de eerste drie klassen in één lokaal. In de eerste klas ving je al flarden op van de breuken die je in de derde op je bord zou krijgen. De verrassing was er gauw af.

Kroontjespen

Tijdens die lagere schooltijd in de jaren zestig vonden er twee revolutionaire veranderingen plaats. De eerste was de overgang van de kroontjespen naar de balpen. Zeker als ik vers van het stroveld kwam, was het hanteren van een kroontjespen een hele opgave. Als je te hard drukte spleet de punt. Dat gebeurde bij mij vaak. Te vaak, naar het oordeel van de zuinige meester. Zodat ik met een gehavend pennetje in mijn inktpot doopte en het speciaal verstrekte roze vloeiblad binnen de kortste keren inktzwart zag. Net als mijn schrift en mijn tafel.

De overstap naar de veel minder romantische, maar wel veel praktischer ballpoint hielp dat probleem uit de wereld. Wel met het gevolg dat ik nu zestig jaar later nog altijd moet gissen naar wat ik zelf heb opgeschreven.

Voetballen

De tweede revolutie was het vertrek van ons oude schoolhoofd. Toen werd pas duidelijk dat hij al die tijd angstvallig vernieuwingen buiten de deur had gehouden. Zijn opvolger liet vrijwel meteen het matglas voor onze schoolramen verwijderen. We konden naar buiten kijken, we konden zwaaien naar boer Piet die op zijn tractor voorbij reed. Ook nieuw was dat we mochten voetballen op het schoolplein. Tot dan had er op die sport een fiks aantal strafregels gestaan: ‘Ik mag niet voetballen op het schoolplein’. En dat honderd keer.

Er is er zeker één die de nieuwe tijd zal hebben verfoeid. In een nis tegen de gevel van het schoolgebouw stond de heilige Jozef, een meter hoog in zandsteen. Een welgemikte uittrap kostte hem zijn hoofd. Niet veel later is hij helemaal van zijn sokkel gevallen.

Foto: De kroontjespen, die vele kinderen problemen opleverde. | foto Wikimedia commons

Geen reacties

Geef een reactie