Daar komt Swiebertje
door Albert Kort
,,Nou ja zeg, dat is nou helemaal wat. Waarom zit ik hier eigenlijk opgesloten?” ,,Waarom, waarom? Dat moet je mij niet vragen, dat weet je zelf het best.” Aldus het antwoord van Bromsnor op de verontwaardigde reactie van Swiebertje.
Swiebertje en Bromsnor. U kent ze ongetwijfeld nog, de veldwachter en de landloper die voortdurend met elkaar in de clinch lagen. Als kleine jongen keek ik iedere keer weer uit naar hun spannende avonturen die van 1961 tot 1975 op de buis te zien waren.
Stond Swiebertje voor het vrije leven, veldwachter Bromsnor vertegenwoordigde het gezag. Bij de veldwachter draaide alles om orde en gehoorzaamheid. De serie speelde zich af in een klein dorp. Een besloten gemeenschap met rangen en standen, waar de burgemeester met ‘edelachtbare’ werd aangesproken. De keuken van zijn huishoudster Saartje fungeerde als ontmoetingsruimte, waar Swiebertje en Bromsnor vrijwel dagelijks kwamen en onophoudelijk met elkaar aan het bekvechten waren. Swiebertje had geen vaste verblijfplaats, de ene keer sliep hij in de hooiberg, de andere keer in het tuinhuisje van de burgemeester. Vast werk had hij evenmin. Hij werkte overal om aan geld te komen, dan weer bij de boeren en dan weer in de winkel van ‘Malle Pietje’. Zoals een diender in die tijd betaamde, likte Bromsnor naar boven en trapte naar beneden. Terwijl hij voor de burgemeester in het gelid sprong, veegde hij de vloer aan met Swiebertje, die in zijn ogen geen goed kon doen en daarom het best in het ‘hok onder de toren’ kon worden opgesloten.
Ik vraag me nog steeds af of het deze jeugdserie is geweest die mij op veel latere leeftijd heeft aangezet tot een uitgebreide studie naar de geschiedenis van de veldwachters in Zeeland, die uiteindelijk uitmondde in een boek van meer dan driehonderd bladzijden. Bijna vijf jaar heb ik in alle provinciale archieven gesnuffeld om meer te weten te komen over de personen, die vanaf 1795 tot 1943 de orde in de Zeeuwse dorpen moest zien te bewaken. De uitkomsten waren voor mij in zekere zin schokkend. Wat bleek namelijk? De meeste Zeeuwse veldwachters waren allesbehalve ordelievend en plichtsgetrouw. Integendeel. De meesten golden als ‘laf’, ‘lui’ of ‘onbekwaam’ en werden dan ook al snel de laan uitgestuurd. Vooral in de negentiende eeuw regende het klachten over veldwachters die bevelen aan hun laars lapten, de kantjes ervan afliepen, te diep in het glas keken of het zo druk hadden met bijbaantjes dat ze geen tijd hadden voor hun eigenlijke werk.
Tja, hoe een jeugdserie je aan de ene kant op het verkeerde been kan zetten, maar aan de andere kant een bron van inspiratie kan zijn!
Foto boven: Lou Geels en Joop Doderer als Bromsnor en Swiebertje.
Geen reacties