Wisselend succes van Zeeuwse olympiërs
THEMAKRANT SPORT (editie 22, herfst 2024)
door Peter de Jonge
Zeeland heeft tal van olympische sporters voortgebracht, ook voor de Paralympics. Een volledig lijst bestaat er niet, maar ze kwamen uit op enorm veel disciplines: atletiek, wielrennen, turnen, zwemmen, paardensport … te veel om op te noemen.
De eerste vrouwelijke atleet uit Zeeland die uitkwam op de Olympische Spelen was Nel Karelse uit Kortgene. De dochter van slager Jan Karelse bereikte in 1948 bij het verspringen in het Wembley-stadion in Londen bij haar derde poging 5,545 meter. Goed voor een vijfde plaats. Niet slecht voor iemand die op Noord-Beveland geen trainingsfaciliteiten had. Ze ontdekte haar talent voor verspringen toen ze met vriendinnen langs de kust over kreekjes op de schorren sprong. Ze kwam in Londen ook uit op de 200 meter, maar werd in de halve finale met een vijfde plaats uitgeschakeld.
Fanny Blankers-Koen
Nel Karelse maakte deel uit van het team met Fanny Blankers-Koen, de ‘vliegende huisvrouw’ die de koningin van deze Spelen werd. Haar man, Jan Blankers, was de chef d’équipe. Het echtpaar Blankers leed volgens het boek Noord-Beveland aan ‘een ziekelijke argwaan tegen atletes die er ook maar enigszins mannelijk uitzien’. Zoals de stevig gebouwde Zeeuwse. Fanny vroeg teamgenoten van Nel Karelse dan ook om onder de douche goed te kijken of ze niks vreemds aan haar zagen. Dat was niet het geval en ook bij een seksetest in 1949 stelde de sportarts niets afwijkend vast.
Na Nel volgen er meer vrouwelijke Zeeuwse deelnemers. Zoals zwemster Raymonda Vergauwen uit Sas van Gent, die in het bezit was van een Belgisch paspoort en daardoor voor dat land uitkwam. Ze won op de 200 meter schoolslag voor Belgie goud op de Europese kampioenschappen, maar bleef tijdens de Olympische Spelen van 1952 op die afstand steken in de voorronden.
Een andere bekende uit die tijd is Nel Fritz, de Nederlands turnkampioene uit Vlissingen, die in het dagelijks leven werkte op de tekenkamer van scheepswerf De Schelde. Zij kwam in 1960 uit op de Olympische Spelen in Rome. In het landenklassement werden de Nederlandse turnsters 14e (341,688 punten), in het individuele klassement werd Nel Fritz 85e (beste Nederlandse).
Laatste kans
Voor de Olympische Spelen geldt, zegt men, dat meedoen belangrijker is dan winnen. Maar soms is zelfs dat meedoen een groot sportman niet gegund. Hardloper Hein Cujé (een in 1957 tot Nederlander genaturaliseerde Duitser) uit Middelburg trof het slecht. De nationale topper kon in 1956 niet naar de Olympische Spelen in Melbourne omdat Nederland die Spelen boycotte wegens de Russische inval in Hongarije. In 1960 werd hij tijdens de voorbereiding op de Spelen van Rome tijdens de 5000 meter-race getroffen door een kogelstootkogel van een atleet die aan het ingooien was. Dus zette de gebrilde atleet alles op Tokio 1964. Zijn laatste kans. Maar hij trainde zo hard dat hij een achillespeesblessure opliep en een maagzweer kreeg.
foto boven: Nel Karelse tijdens haar olympische sprong in Londen in 1948. | Foto Archief KNAU
Geen reacties