THEMAKRANT ZEELAND EN ORANJE (editie 20, MAART 2024)

door Peter Verdurmen

Het is, zo weet het Algemeen Dagblad te melden, de droom van elke ringrijder: het beeldje winnen dat toenmalig koningin Beatrix met eigen handen maakte en schonk aan de ringrijders.

Adrie Reijnierse uit Koudekerke mocht in 1981 als eerste het bronzen kunstwerkje omhoog houden. Vorig jaar liet Joost Dingemanse uit Grijpskerke iedereen achter zich in de strijd om de felbegeerde wisselprijs.

Ringrijden is een sport vol tradities. Onbetwist hoogtepunt van het seizoen is de open wedstrijd op het Molenwater in Middelburg, midden augustus. Met zo’n tweehonderd deelnemers ligt de lat hoog. Leo de Visser (72) uit Ritthem, die vele jaren tot de Zeeuwse top hoorde, weet dat alleen de allerbesten die dag kans maken op de ereprijzen. Wie in de dertig reguliere beurten één keer mis steekt, kan de kamp om het Zeeuws Kampioenschap meestal wel vergeten.

De ultieme prijs

,,Het niveau ligt tegenwoordig ontzettend hoog”, zegt hij.
De laatste vijftien beurten spant het er extra om. Daarin wordt bepaald wie kans maakt op het bronzen beeldje van Beatrix. In de kamp die volgt wordt de ringmaat steeds kleiner. Op het laatst houdt het publiek bij elke beurt de adem in. Leo de Visser: ,,Het beeldje is dé ultieme prijs voor ringrijders, iedereen wil de koninklijke wisseltrofee winnen.”

De schenking van een wisselbeker aan de ringrijders past in een koninklijke traditie. Koningin Wilhelmina en koningin Juliana gingen Beatrix voor, respectievelijk in 1919 en 1950.

Ook Leo de Visser mocht ooit het zoet van de overwinning smaken. In 1983 was hij de beste. Om de koninklijke wisseltrofee definitief in bezit te krijgen moet een ringrijder het beeldje van Beatrix drie keer achter elkaar winnen of vijfmaal in totaal. Dat is tot nu toe niemand gelukt.

(Bron: Zeeuwse Ankers)

Foto: Het beeldje van Beatrix. | Foto Peter Verdurmen