Goese Geertrui 35 jaar gezicht van het tientje

THEMAKRANT KLEDERDRACHT (editie 19, DECEMBER 2023)

 

In 1924 gaf de Nederlandsche Bank een bankbiljet uit van 10 gulden met daarop de afbeelding van een Zeeuws meisje.

De bank was tot die keuze gekomen omdat, aldus Frans van den Driest in 2002 in het blad De Wete van de Heemkundige Kring Walcheren, er vervalsingen van het oude biljet van tien gulden in omloop waren.

In de zoektocht naar een model speelde mr. G.J. Sprenger, agent van de Nederlandsche Bank in Middelburg, een grote rol. Hij stelde voor een portret te laten maken van een van zijn dienstbodes. De keuze viel op Geertrui Walraven uit Goes, die de protestantse dracht van Zuid-Beveland droeg. In de volksmond kreeg het biljet de naam ‘Kop en schotel’. De kop was het hoofd van Geertrui, de schotel de ronde muts die ze droeg. Er werden bijna 64 miljoen biljetten gedrukt: de laatste in 1934. Vanwege de geldzuivering in 1945 werd het biljet uit roulatie genomen.

Een tientje was voor die tijd een kapitaal bedrag. Het weekloon van mijnwerkers bedroeg in die jaren tussen de 12,50 gulden en 17,50 gulden. De waarde van tien gulden toen komt overeen met zo’n €200 nu. Wie tegenwoordig een bankbiljet van de allerbeste kwaliteit met het Zeeuws meisje wil hebben, betaalt daar trouwens €3500 voor.

Geen reacties

Geef een reactie