Prinsheerlijk in de taxi naar Sluis

THEMAKRANT AUTOLOZE ZONDAG (editie 18, SEPTEMBER 2023)

 

door Peter Verdurmen

De impact van de autoloze zondagen in 1973/1974 voor een toeristenstadje als Sluis, jaarlijks goed voor miljoenen bezoekers, mag beslist niet worden onderschat. Die was groot, ,,maar,’’ relativeert André Jansen, eigenaar van restaurant Andric, meteen, ,,in vergelijking met de coronacrisis, toen Sluis maandenlang in lockdown was, bleef de schade beperkt’’.

Toen de oliecrisis uitbrak, een direct gevolg van de Jom Kipoeroorlog, greep het kabinet onder leiding van premier Den Uyl direct in. De invoering van de autoloze zondag was één van de maatregelen.

In de eindejaarsperiode ’73 was het op zondagen oorverdovend stil in Sluis. André Jansen, een zeventiger die kan bogen op meer dan vijftig jaar horeca-ervaring. werkte destijds in de bediening in De Smul, het mosselrestaurant van zijn zus.

,,Zondag is voor Sluis altijd een topdag. Belgen zag je nauwelijks meer op die autoloze zondagen, logisch, Sluis was alleen per fiets of te voet nog bereikbaar.’’

Kansen

Dat bood gek genoeg aan sommigen ook weer kansen. Carlo van de Plasse baatte aan de grens bij Sint Anna ter Muiden een douaneagentschap annex grenswisselkantoor en benzinepomp uit. De firma reed ook taxi. Op autoloze zondagen had men permissie om ritten te verzorgen. Belgen die hun auto aan de grens parkeerden konden zich prinsheerlijk naar Sluis laten vervoeren. ,,We hebben goede zaken gedaan’’, lacht Carlo.

Zondag 6 januari was de laatste autoloze zondag. Het duurde het niet lang of je kon op zondagmiddagen weer ouderwets over de koppen lopen in het eeuwenoude Zwinstadje. André Jansen weet het zeker: ,,Sluis komt altijd weer op z’n pootjes terecht.’’

Kaarten

Leo Groosman, mede-eigenaar van een modezaak voor dames en heren, herinnert zich de autoloze zondagen nog goed. Hem staat bij dat de beperkende maatregelen in België en Nederland niet synchroon liepen. ,,De eerste autoloze zondagen konden Belgen hier nog gewoon tot aan de grens komen met de auto.’’

Groosman kneep ‘m best wel, geeft hij toe. ,,We hadden een huurpand. Als ondernemers hoefden we niet op steun te rekenen. Dat valt onder het ondernemersrisico, zo redeneerde men.’’ De modezaak van Groosman bleef die zondagen wel open, maar veel klanten zag Leo niet. ,,We vermaakten ons met kaarten, je moet toch wat.’’

Pomphouders

Wie er in Sluis de meeste last hadden van de autoloze zondagen? De pomphouders. Anders dan nu was benzine  goedkoper in Nederland dan in België. Wie een pomp had in Sluis had altijd klandizie. Er waren flink wat benzinepompen, zelfs in het centrum, weten Jean-Pierre en Christiane van de Plasse. Broer en zus waren nog jong in 1973. Hun vader, Max van de Plasse, was eigenaar van garage Hollandia, gevestigd aan het Walplein. Je kon er Shell tanken.

Gulf, een witte pomp, Chevron, BP, Caltex, Fina… voor de Belg die goedkoop zijn tank wilde volgooien in Sluis was er keuze zat. De pomphouders hebben de gevolgen van de autoloze zondagen zeker gevoeld in hun portemonnee. Jean-Piere en Christiane hielpen mee aan de pomp en lieten ook een veer, want de fooitjes die ze in hun zak staken moesten ze wel even missen.

foto boven: Garage Hollandia van de familie Van de Plasse in de jaren zeventig, destijds nog gevestigd aan het Walplein. Foto: Collectie familie Van de Plasse

Christiane en Jean-Pierre van de Plasse, zus en broer. Zij kunnen zich de autoloze zondagen nog goed herinneren. Het was oorverdovend stil in Sluis. Foto: Peter Verdurmen

Geen reacties

Geef een reactie