Bruidje van God

THEMAKRANT LIEFDE EN VRIENDSCHAP (editie 16, MAART 2023)

 

door Peter de Jonge

Ze legden de gelofte af van eeuwige kuisheid, leefden celibatair maar werden tot mijn verbazing bruidjes van God genoemd.

Zuster Angelina, plm 1960.

Tante Betsie was kloosterzuster, in de volksmond een nonnetje. Van de Orde der Franciscanessen. Ze was kleuterjuf met een religieuze naam: soeur Angelina. Het was in dat tijdsgewricht – halverwege de vorige eeuw – een eer voor een familie als één van de kinderen in het klooster ging, zijn of haar leven richtte tot God. Het verhaal gaat dat mijn opa, overleden in het jaar dat ik werd geboren, bijna trotser op haar was dan een vader die zijn kind tijdens het huwelijk naar het altaar begeleidt.

Wat ik altijd curieus heb gevonden was de mededeling dat tante Betsie trouwde met God. Ik begreep dat de familie haar op de dag van de plechtige professie, waarmee je je voor heel je leven verbindt aan de algehele toewijding aan God, beschouwde als Zijn bruidje. In gedachten zag ik haar voor me in een witte bruidsjurk, de handen devoot gevouwen, schrijdend naar het altaar. Stiekem keek ik naar haar vingers om te zien of ze ook een trouwring droeg.

Schaarse bezoeken

Ze woonde in verschillende kloosters in West-Brabant. Namen als Biezenmortel, De Hout en Liesbosch hadden een welhaast heilige klank in de familie, omdat daar tante Betsie elke dag haar leven met woord en daad wijdde aan God. Bezoeken aan haar waren schaars, hoewel ze niet tot een strenge orde behoorde die het leven achter tralies doorbracht.

Het had wel altijd iets plechtigs. Aanbellen bij de – in mijn herinnering – zware eikenhouten deur, een ogenblik van gewijde stilte en daarna een zuster die je door de gang hoorde aankomen, open deed en met een vriendelijke glimlach het bezoek voor zuster Angelina naar een zijkamer begeleidde. Daar converseerden we en kregen we een royale maaltijd die tante bij hoge uitzondering samen met ons mocht gebruiken. Want normaal at ze in de refter, de eetzaal die voor gewone stervelingen als wij verboden terrein was.

Zwart, grijs en fleurig

Aanvankelijk droeg ze het zware habijt en een zwarte sluier, maar gaandeweg werd zwart ook grijs en uiteindelijk ging tante soeur of Angelientje, zoals we haar ook wel noemden, gekleed in een fleurig jurkje, want de regels waren versoepeld. Ze mocht ook af en toe op bezoek naar de familie in Zeeland. Dat maakte haar in mijn beleving een stukje minder echtgenote van God, maar de zusters Franciscanessen hadden bepaald dat ook voor hen liefde van binnen zat en niet van buiten.

Nog altijd richt ik mijn blik op de A58 ter hoogte van het Liesbosch net voor Breda even naar de kerk en het kleine klooster, dat nu bezit is geworden van The Makers: volgens de Kamer van Koophandel een groothandel in kledingstoffen en fournituren.

Foto boven: Trotse opa Janssens met dohcter Betsie als kloosterlinge. | foto’s familiearchief Peter de Jonge en Leon Janssens

2 reacties
  • Piet Rijk
    Geplaatst op 08:31h, 18 juni Beantwoorden

    Prachtig verhaal. Het geeft goed de sfeer weer van de tante zuster en haar omgeving.

  • Ron de Jonge
    Geplaatst op 13:15h, 13 juni Beantwoorden

    Weer een mooi, beeldend en interessant verhaal. Tja, die devotie van toen om jezelf weg te cijferen en je leven te aan iets ‘hogers’ te wijden blijft fascinerend wat het ook is.

Geef een reactie