Kauwgomballenautomaat

door Peter Blom

Op weg van huis naar school kwam ik langs drie kauwgomballenautomaten.

Ze hingen bij de sigarenboer, een piepklein snoepwinkeltje halverwege en de speelgoedwinkel aan het grote winkelplein. Als kleuter hadden ze al een enorme aantrekkingskracht op mij. Er zaten niet alleen kauwgomballen in, maar ook kleine cadeautjes, verpakt in een plastic balletje. Het waren best wel dure ballen. Als ik ooit een dubbeltje of kwartje van mijn vader of moeder kreeg, besteedde ik het liever in de snoepwinkel zelf. Daar had je tenminste uitzoek.

Vanaf mijn elfde had ik een krantenwijk, stroomde het geld binnen en kwam de kauwgomballenautomaat binnen bereik. Het waren van die grote genoegens als je een muntje in de inkeping boven een draaiknop schoof, een slag omhoog draaide, het muntje hoorde vallen en de kauwgombal door een tunneltje naar beneden rolde. Klepje open en daar lag een gele/blauwe/rode/groene bal of als je geluk had een speeltje.

In de zesde klas van de lagere school kreeg ik verkering. Toen ze me een ringetje gaf werd het wel heel serieus en als tegenprestatie moest ik er eentje exact hetzelfde draaien uit de kauwgomballenautomaat bij die speelgoedwinkel. Na vijf kauwgomballen, een soldaatje aan een parachuutje en enig schud- en klapwerk rolde het plastic eitje met de indianenring eruit. Zeven kwartjes armer. Liefde mag wat kosten.

Foto: Kauwgomballenautomaten zijn vrijwel uit het straatbeeld verdwenen. Deze staat in de hal van een praktijk in Vlissingen waar kinderen een cadeautje mogen draaien als ze bij de dokter zijn geweest. | foto Peter Blom

Geen reacties

Geef een reactie