Cake bakken
door Johanna Brouwer
Men neme: 200 gram boter, 200 gram suiker, 3 eieren en 200 gram meel. Mix alle ingrediënten goed door elkaar en doe het beslag in een bakblik. Dan een uurtje in de oven en je cake is klaar, zo makkelijk is dat.
Maar het is 1957, je heb een dochter van 3 en nog steeds geen elektriciteit op de boerderij, dan wordt het een ander verhaal. De ingrediënten blijven hetzelfde, maar dan begint het gedoe. Eerst moeten de boter en de suiker tot een glad beslag geroerd worden, met een vork. Ik (de dochter) wil natuurlijk ook roeren, maar al snel krijg ik een lam handje en dan neemt mama het weer over. Mama heeft sterke handen en armen, want ze melkt ’s morgens en ’s avonds een paar koeien, met de hand uiteraard.
De eieren toevoegen, dat kan ik wel. Eerst een tik op de rand van de beslagkom en dan met twee handen het ei openbreken en de inhoud in de kom laten glijden, waarna mama ze snel door het beslag roert. Een voor een verdwijnen de eieren zo in het beslag. Dan komt er weer een klusje voor mij: het meel erbij doen. Het meel gaat in een zeef en ik mag voorzichtig schudden tot al het meel ook in de kom ligt. Mama roert nog een paar keer voorzichtig door het beslag en dan wordt de kom leeggemaakt in het bakblik.
Dat bakblik heeft niet alleen een bodem, maar ook een deksel en als het blik helemaal dichtgemaakt is, zet mama het op een petroleumstel dat heel zachtjes staat te branden op de tafel. Voor mij komt er dan iets lekkers, want ik mag met een vinger de beslagkom schoonmaken. Die vingers gaan natuurlijk in m’n mond.
Na een uurtje begint het al heerlijk te ruiken in de keuken en dan is het tijd om het blik om te draaien. Met een handdoek pakt mama het hete blik vast en met een ferme zwaai keert ze het om. Nu kan de cake ook aan de andere kant nog even lekker bruin worden.
De visite smult de volgende avond van de cake en ik krijg de dag erna nog een stukje dat overgebleven is.
Ik vind cake bakken leuk.
Geen reacties