Versjes leren
door Allie Barth
In de tweede klas van de Gravenstraatschool in Middelburg kwam het klassikaal leren zingen van psalmversjes op het programma. Dat betekende op de maandagmorgen de overhoring van alle kinderen om te zien of de tekst in goede aarde was gevallen, en de start van een nieuwe psalm die geleerd moest worden. Je kon op die manier een tien op je rapport krijgen voor ‘versje leren’.
Het was in den beginne niet zo moeilijk. In mijn klas begonnen we met psalm 116, vers 1 en dat telde slechts vier zinnen. Maar met het klimmen van de schooljaren werd er toch meer van je geëist. Ik herinner me dat drie coupletten op een morgen geen uitzondering was. Daarbij kwam nog, dat de teksten vaak woorden bevatten, die een noodzakelijke uitleg door de leerkracht vereisten, maar dat was doorgaans geen theoloog.
Zo kwam psalm 47 aan de orde. Van oorsprong is dat een lied voor het Joodse nieuwjaar, maar daar hadden wij kleine kleine gereformeerde kinderen geen weet van en wellicht de onderwijzers ook niet.
Het begin van de de derde strofe van de psalm, dat begrepen we wel. Die begint in de berijming van 1773, die toen nog gezongen werd, met ‘God vaart voor het oog, met gejuich omhoog’. Dat had met de Hemelvaart van Christus te maken. De regels die volgden waren dan weer te moeilijk. ‘’t Schel bazuingeluid, galmt Gods glorie uit’ en zo verder tot aan de laatste twee regels: ‘Hij de Vorst der aard, is die hulde waard’.
Snapten wij wat we zongen? Wel nee, en we leverden daar zelf het bewijs voor. We zongen namelijk als echte Zeeuwse kindertjes: ‘Hij de Vorst der aard, is die gulden waard’.
Het Zeeuwse dialect was in die jaren ook in Middelburg nog springlevend. Juffrouw Kazemier sprong bijna uit haar vel, toen ze doorhad welke fout er werd gemaakt. God was onze hulde met een ‘h’ waard en niet onze ‘gulden’. We moesten het onder haar nadrukkelijke leiding opnieuw zingen en ze schreeuwde bijna op de juiste plek het woord ‘Hulde’ uit. En daarna moesten we het nog een paar keer zingen totdat het goed ging.
,,Vergeet het morgen niet als we het weer zingen. Het is ‘hulde’ en geen ‘gulden’.” Maar ach, de volgende morgen werd tijdens het zingen op fraai dialectische wijze de hulde opnieuw vervangen door de gulden. De drang om de ‘h’ te wisselen met de ‘g’ bleek te sterk. Voor veel kinderen was het versje leren best een belasting, die enigszins verlicht werd toen ze op het idee kwamen om dat te doen tijdens de preek in de zondagse kerkdiensten in de Hofpleinkerk. Vader en moeder hadden daar niet het minste bezwaar tegen. Het was dan niet nodig om hun kroost de nodige porren te geven om vooral stil te zitten.
Allie sprak met Remco van Schellen van Omroep Zeeland over zijn schooltijd en de versjes die hij er leerde:
F H-O
Geplaatst op 19:39h, 27 februariWij leerden, op onze ‘protestantse’ school (er was er maar 1) voor elk maandag een Gezang. Ik leerde dan Psalmen voor katholieken waren. Ben beieuwd naar mee info.
A.J. Barth
Geplaatst op 20:59h, 19 oktoberGeachte heer Boot,
voor alle duidelijkheid, ik bewaar eveneens goede herinneringen aan het zingen van psalmversjes. Af en toe is het jammer dat we de berijming van 1773 niet meer zingen, want ik ken nog steeds een groot aantal psalmverzen uit het hoofd.
Jos Boot
Geplaatst op 15:49h, 09 oktoberIk heb er toch wel goede herinneringen aan. Er was een onverslaanbare klasgenoot (Inez van Oord) die steevast een 10 scoorde.
Tja… het waren de educatieve inzichten van toen, waar we nu natuurlijk onze vraagtekens bij zetten.
Al met al heb ik een goed gevoel over de bagage die ik op de christelijke lagere school van Haamstede meekreeg.