Centjes verzamelen
THEMAKRANT VERZAMELEN (editie 10, september 2021)
door Ans van Nieuwenhuijze
In het ruim van deze scheepsspaarpot bewaar ik de munten van het guldentijdperk, variërend van een oude, zwart uitgeslagen, zilveren rijksdaalder tot een koperen cent.
Als kind kreeg ik de spaarpot van mijn moeder. Zij had hem zelf ook als kind gekregen en gebruikt. Mijn moeder is in 1915 geboren. Aangenomen dat zij hem zo rond haar vijfde verjaardag heeft gekregen, moet het scheepje zo’n honderd jaar oud zijn.
Ik stopte er de centjes in die ik kreeg op mijn verjaardag en als ik met mijn rapport van de lagere school bij mijn grootouders en ooms en tantes langs ging. Ook moest er een deel van mijn zakgeld gespaard worden.
Papiergeld
Voor papiergeld was de spaarpot minder geschikt. Vooral de vrij grote biljetten van tien en vijfentwintig gulden moesten tot in het oneindige worden gevouwen om in de scheepsromp opgenomen te kunnen worden. Nu kreeg ik die niet zo vaak, dus een echt probleem was dat niet en soms legde ik zo’n briefje gewoon ónder de spaarpot.
Om de zoveel tijd werd het scheepje geleegd en toog ik met mijn gele Rijkspostspaarbankboekje naar het postkantoor.
Ik vond dat altijd een beetje plechtige gelegenheid. Het gestorte bedrag werd bijgeschreven en daarnaast kreeg je een rond stempel van de postkantoorhouder gedrukt.
Die functionaris haalde soms wel wat van plechtigheid af door eerst af te maken waarmee hij bezig was en pas daarna het luikje in het loket open te maken. Ik vond in die gevallen dat ik met mijn spaarcentjes te lang werd genegeerd.
Zilvervloot
Later werd bij de Rijkspostspaarbank de Zilvervloot geïntroduceerd, waaraan ik ook heb meegedaan. Met de regeling kon je tot een bepaalde leeftijd sparen en als het geld werd uitgekeerd, kreeg je daar een bonus bij. Inmiddels is dat systeem door een andere bank overgenomen, heb ik begrepen.
Met het digitaal bankieren is er wel wat van de romantiek van het sparen afgebrokkeld, maar voor kinderen heeft een spaarpot nog altijd iets magisch.
Geen reacties