We verzamelden wat af
THEMAKRANT VERZAMELEN (editie 10, september 2021)
door Jan van Damme
In het septembernummer van Zeeuws Weerzien hebben we het over verzamelen. Van postzegels tot ansichtkaarten tot alles wat los en vast zit. Verzamelen, bewaren, ‘een hele herfst in een kast’ zong Herman van Veen. Ik verzamelde speldjes. Herinnert u zich die nog?
Het was een witte kartonnen map. Twee lachende muizen voorop. Ha, ons moet je hebben, die uitstraling. Binnenin had je dikke kartonnen bladen waarin geprikt kon worden. Dat was precies de bedoeling. In de map kon je speldjes verzamelen. We hadden nog geen echte supermarkt in Groede. Maar bij de bakker in het Slijkstraatje kon je behalve een heel bruin en een half wit ook chips en limonade en ontbijtkoek inslaan. Kocht je er genoeg van, dan kreeg je er een speld bij. Met het logo van de chips- of de koekfabriek.
Verzamelgek
Wie verzint zoiets, denk ik nu. En wie is zo gek om die speldjes te gaan verzamelen? Ik dus. Op een gegeven moment had ik er meer dan honderd. Of mijn vriendjes ook speldjes spaarden, weet ik niet meer zo goed. Kennelijk ruilden we niet. Omdat we thuis vrachtwagens hadden kreeg ik ook spelden met het logo van Scania en Volvo. Daar was ik apetrots op. Ook van motorolie trouwens. Kennelijk deden alle producenten, of het nou om chips ging of om tractoren en auto’s, eraan mee.
Misschien herinnert u zich die tijd nog. Het moet begin jaren zestig van de vorige eeuw zijn geweest. Nu zouden we het een rage noemen. Toen kenden we dat woord niet en hielden we het gewoon op leuke gekkigheid. Bolletje beschuit herinner ik me nu, die had ook een mooie speld met dat beschuitmannetje met een koksmuts op zijn hoofd. Remia fritessaus had alleen letters op een donkerblauwe ondergrond. Gek, er moet in die tijd dus ook een fabriek geweest zijn die al die speldjes op bestelling maakte.
Zolder
Ik ga mijn zolder op. Want ergens moet dat album nog verscholen liggen. Ik kan me niet voorstellen dat ik dat ooit in de afvalbak heb gekieperd.
Het is dat we het er nu over hebben. Eerlijk gezegd waren die speldjes wel in een heel erg achterafkamertje in mijn hoofd beland. Verroest, nu ik er zo over denk, de speldjes werden opgevolgd door sleutelhangers. Allerlei soorten en merken aan van die ronde ringetjes. Ik had er een hele rits onderaan mijn Tomado-boekenrekje hangen. Maar waar die gebleven zijn zou ik met geen mogelijkheid weten. Toch kwijtgeraakt tijdens een verhuizing, denk ik. Terecht. Aan die speldjes bewaar ik dierbaarder herinneringen.
Ach ja, een mens verzamelt heel wat in de loop der jaren. Laatst kreeg ik een telefoontje van een aangetrouwd familielid. Zijn vader had van alle reizen die hij met zijn vrouw maakte plakboeken bijgehouden. Compleet met ansichtkaarten en teksten, met het suikerzakje erbij van het etablissement waar ze koffie hadden gedronken. Prachtig en mooi, verzuchtte mijn familielid, maar wat moet je ermee?
Terugblik
Dat, beste lezers van Zeeuws Weerzien, zal ook wel eens door uw hoofd schieten. Zo lang theelepeltjes, postzegels, ansichtkaarten, Donald Ducks verzameld. Dan komt er een moment dat je denkt: wat nu, wie ga ik hier nog blij mee maken?
Dan moet u maar zo denken: u hebt er toch in elk geval zelf plezier aan beleefd. Zo denk ik ook over mijn speldjes. Als ik ze kan vinden, zal ik er nog eens liefdevol naar kijken.
Foto boven: Tentoonstelling van de Vlissingse afdeling van ‘De Verzamelaar’ ter gelegenheid van haar vijfjarig bestaan. Na opening door wethouder Ch.J. Gilissen- Verschage waren van 15 t/m 16 april 1961 in het Don Bosco-huis aan de Palingstraat diverse verzamelingen te bekijken, van poppen tot lucifermerken en van suikerzakjes tot sigarenbandjes. foto Zeeuws Archief, foto Dert nr 772.
jacqueline
Geplaatst op 11:04h, 13 juliWat een herinnering, ja ik weet het nog goed, en het was een goeie zet voor de verkoop, overal kreeg je de sleutelhangers en speldjes bij, ja de jeugd al zou je ze nog hebben die belden de psychiatische inrichting, die kan je enkel blij maken met een smartphone, ze hoeven nog niet met elkaar te praten, je hoeft het kind wat je krijgt niet leren praten, overal zitten ze tegenover elkaar, en er wordt geen woord gewisseld, ik heb veel opgeschreven, veel foto,s zelfs van mijn betovergrootvaders, ben 66 jaar, maar ik denk niet dat die erfenis, met mijn verhalen ooit opengeslagen wordt,