Bruggen
door Mieke van der Jagt
Als geboren Bredanaar zie ik mijn vroege Zeeuwse herinneringen beperkt tot de Kaloot en Borssele. Maar die herinneringen zijn dan wel weer talrijk en dierbaar want Borssele is waar we elk jaar twee weken op vakantie gingen; logeren bij Tante Jane en elke dag, weer of geen weer, naar de Kaloot.
In mijn eerste herinnering aan de Kaloot was er nog geen brug van de Noordnol naar het strand. Het Guil werd de kreek genoemd die langs de Noordnol bij vloed een flink deel van het schorrengebied achter de duintjes voedde. Bij eb stond er weinig water in, voor kinderen nog wel genoeg om te leren zwemmen. Bij hoog water kon je er, ook als je al wat groter was, nauwelijks staan. In het Guil (niet de geul maar echt hét Guil) hebben mijn zus en ik en ook een heleboel neefjes en nichtjes leren zwemmen.
Ergens begin jaren zestig lag er plotseling een bruggetje over het Guil. De brug van Jan Bul werd het genoemd. We begrepen dat Jan Bul het getimmerd had met ‘bulletjes van d’n diek: juttersvondsten dus. Andere jutters zoals Thijs Kakebeke, bijgenaamd Thiesje Geldzak, hadden naar verluid geholpen. Het was een ongekende luxe, al moest het water ook weer niet al te hoog zijn want dan kon je het bruggetje maar moeilijk vinden.
In mijn herinnering lag de gloednieuwe Dominicusbrug er al het jaar daarop. Het gemeentebestuur van Borssele, toen nog een zelfstandige gemeente, was kennelijk door Jan Bul en zijn kornuiten aan het denken gezet. In de krant van 16 juli 1982 staat een verslag van de opening. Een plan van een architect was minstens 1000 gulden te duur gebleken. Burgemeester Dominicus tekende vervolgens zelf een brug die met staal van de spoorwegen, hulp van vrijwilligers en de brandweer, maar 2500 gulden kostte. In alle vooruitstrevendheid was er zelfs een reddingsboei aan de brug gehangen.
De nieuwe brug was meters hoger dan die van Jan Bul maar ik heb toch meermaals meegemaakt dat alleen de ballustrades nog boven het water uitstaken.
Een rudiment van de Dominicusbrug ligt er nog: veel korter en zonder reddingsboei. Want Het Guil is met de inpoldering van het Sloegebied verdwenen. Nu loopt er onder de brug door nog een stroompje afvalwater vanuit de zeef voor de inlaat van de kerncentrale. Daardoor stromen alle dooie visjes, krabbetjes en zeesterren terug naar de Westerschelde.
Foto boven: Spelen op de Brug van Jan Bul.
Beluister het gesprek dat Remco van Schellen van Omroep Zeeland met Mieke had in ‘Zeeland wordt wakker’:
Geen reacties