Vakantie en de heimwee in mijn kinderjaren
THEMAKRANT VAKANTIE (editie 21, zomer 2024)
Lezeres Tonia Blakenburg uit Veerre stuurde ons haar vakantieherinneringen van toen ze kind was.
Hoe een Haags stadskind verknocht raakte aan het dorpsleven in Zeeland
Ik woonde tijdens mijn kindertijd in Den Haag. Een zus van mijn moeder was na de oorlog met een melkboer uit Enter, een piepklein dorpje in Twente, getrouwd. Vakantie zat er mijn kinderjaren niet in, maar wij gingen wel in de zomer naar Enter.
De treinreis daar naar toe was al een belevenis op zich voor een stadsmeisje als ik. Mijn moedertje had een zak met boterhammen bij zich en een aluminium veldflesje gevuld met melk. Zo kwamen wij de treinreis wel door, genietend van de vele plattelandswegen en landerijen. Er ging een wereld voor mij open: koeien die graasden in de weilanden.
Aangekomen bij tante Co op de boerderij was het echt feest. Ome Jan ging nog met paard en wagen met melk, kaas en eieren langs de deur. Hij liep op klompen en mijn neefjes en nichtjes ook. Spelen op de boerderij, de koeien, paarden, schapen en kippen en er was van alles en nog wat te doen.
Varkens
De varkens waren al een feest op zich. Ik werd in een oude vergane kinderwagen gezet en mijn neefje duwde mij dan zo hard als hij kon en zo vlogen wij om de boerderij heen en kwamen met een knal tegen de varkensschuur tot stilstand. Daar vloog de deur open en met een knal ook weer dicht. De varkens schreeuwden het uit en wij hadden de grootste lol.
Met mooi weer gingen wij naar het buitenzwembad in Enter. Daar was van alles te beleven. De mensen groetten je allemaal als je naar de slager of de bakker ging. Dat was voor mij – stadskind – heel bijzonder.
Logeren
Maar er kwam ook weer een tijd om naar huis te gaan. Mijn moedertje zei dan: ‘meisje je mag wel blijven voor een paar daagjes.’ Mijn nichtjes en neefjes vonden dat prachtig! Maar toen mijn moedertje wilde vertrekken werd het mij al snel teveel. Dus ik mee terug naar Den Haag.
Het jaar daarop gingen we weer naar tante Co. Ik was inmiddels een jaartje ouder. En ja hoor, ik zou een paar daagjes blijven logeren. Wij brachten mijn moedertje naar de bushalte. Ze moest eerst naar Rijssen, dan met de trein naar Deventer en vervolgens met de trein naar Den Haag. Een hele reis voor mijn moeder. Ze was nog niet weg of de heimwee sloeg al toe. Mijn tante Co ving mij liefdevol op. Zo kwam ik wel een paar daagjes door, maar het werd mij toch te veel. Ik wilde maar een ding: ik wilde naar mijn moeder toe. Wat kan heimwee een effect hebben op een kind!
Liefde voor het platteland
Maar de liefde voor het platteland en het dorpse leven is mij altijd bijgebleven. Later als ik groot ben word ik boerinnetje, riep ik altijd. Mijn wens ging in vervulling: wij hebben twintig jaar midden in de polder gewoond op het mooie eiland Schouwen-Duiveland, met prachtige vergezichten en koeien om ons heen. De kippen, honden, poesjes en zelfs een geit liepen rondom het huis. Helaas moesten wij het na twintig jaar verkopen wegens de gezondheid van mijn man. Het huis, de grote tuin en het onderhoud werden hem te veel.
Na meerdere omzwervingen wonen wij nu in Veere waar nog rust en ruimte is. Ik loop nog steeds graag langs de weilanden en het Veerse Meer met zijn mooie vergezichten De mensen groeten je nog. Het dorpse leven is hier zo goed! Heimwee naar de stad heb ik nooit gehad. Waar is toch dat stadse meisje gebleven dat zoveel heimwee had tijdens de vakantie bij haar tante?
Foto: Enter.
Margreet Hartnack
Geplaatst op 21:50h, 21 juniWat komt mij dit bekend voor. Alleen woon ik nog steeds in de stad, maar ik vind het heerlijk om, wanneer we op vakantie gaan, de natuur in te gaan en dorpjes te bezoeken. En inderdaad, daar wordt iedereen nog gegroet.
Ik ben een nicht van Tonia en wij gingen ook altijd op vakantie in Enter. Wij pasten dan op het huis van een oudere nicht van mij. Ik was ook veel te vinden op de boerderij van mijn tante Co. De vrijheid die je als kind daar had op het erf. De rust. Heerlijke vakanties waren dat. Wij gingen wel met de auto en namen dan ook oma mee. We deden er uren over om daar te komen. We stopten vaak 2 keer onderweg bij een parkeerplaats om een boterham te eten. Maar wij kinderen genoten ervan. Er waren toen nog niet veel auto’s op de weg. Die vakanties vergeet ik nooit.